78
NL
behulp van de meegeleverde
luidsprekerkabels (OPTIE, 15 m × 2).
Opmerking
• Het luidsprekergeluid in de andere kamer is
hetzelfde als dat van de voorluidspreker en de
surround luidspreker.
• [STANDAARD (MET DRAAD)]: als u
alle luidsprekers installeert en het systeem
met behulp van de luidsprekerkabels
verbindt.
6 Druk op .
De geselecteerde instelling wordt
geactiveerd.
7 Druk op X/x om [JA] of [NEE] te
selecteren en druk op .
• [JA]: ga verder met
[AUTOKALIBRATIE], zie Stap 5 van
"De juiste instellingen automatisch
kalibreren" (pagina 79).
• [NEE]: ga uit [LUIDSPREKEROPST.].
Opmerking
• Om van de surround sound te genieten nadat u de
positie van de luidsprekers hebt veranderd, is het
raadzaam om [LUIDSPREKEROPST.] in te stellen
en vervolgens [AUTOKALIBRATIE] in te stellen.
• Om [AUTOKALIBRATIE] in te stellen moet u de
meegeleverde kalibratiemicro aansluiten.
• Het uitleesvenster op het voorpaneel vermeld de
gekozen [LUIDSPREKEROPST.]. Het geeft niet aan
naar welke luidsprekers het geluid wordt uitgevoerd.
• Wanneer u de instelling [GROOTTE] wijzigt, blijven
de instelling [STANDAARD (MET DRAAD)] of
[STANDAARD (DRAADLOOS)] van
[LUIDSPREKEROPST.] dezelfde maar de andere
instelling van [LUIDSPREKEROPST.] keert terug
neer [STANDAARD (DRAADLOOS)].
Doorgaan met AUTOKALIBRATIE?
JA
LUIDSPREKEROPST.
NEE
Commentaires sur ces manuels