Aanvullende informatie
59
-NL
Verhelpen van storingen
Indien u problemen ondervindt met de camera, dient u eerst de volgende punten te
controleren. Mocht het probleem hiermee nog niet zijn opgelost, raadpleeg dan uw
Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony. Indien er codes
(C:
ss
:
ss
) op het LCD-scherm verschijnen, is de zelfdiagnosefunctie in werking
getreden (blz. 64).
Symptoom Oorzaak en/of oplossing
De camera werkt niet.
•
U gebruikt geen “InfoLITHIUM” accu.
t Gebruik een “InfoLITHIUM” accu (blz. 8).
•
De batterij is zwak (de indicatie E verschijnt op
het LCD-scherm).
t Laad de accu op (blz. 9).
•
De netspanningsadapter is niet goed aangesloten.
t Sluit deze goed aan op de DC IN-bus van de
camera en op een stopcontact (netspanning)
(blz. 12).
•
De ingebouwde microcomputer werkt niet naar
behoren.
t Ontkoppel alle spanningsbronnen en sluit deze
na één minuut weer aan. Schakel vervolgens het
apparaat in door de POWER-schakelaar omlaag
te schuiven en controleer of de camera naar
behoren werkt.
Uw camera kan geen
beelden opnemen.
•
De MODE-keuzeschakelaar staat op PLAY.
t Zet deze op MOVIE of STILL (blz. 16, 20).
•
Er zit geen “Memory Stick” in de camera.
t Plaats een “Memory Stick” (blz. 15).
•
Het schrijfbeveiligingsnokje op de “Memory Stick”
staat op LOCK.
t Breng het in de opnamestand.
Het beeld is onscherp.
•
De camera bevindt zich niet in de macro-
opnamemodus bij het filmen van een onderwerp op
circa 3 tot 25 cm van de lens.
t Stel de macro-opnamestand in (blz. 41).
t Zet de zoomknop op W.
De functie voor
verandering van het
formaat werkt niet.
•
Het formaat van bewegende beelden en
tekstbeelden kan niet worden veranderd.
U kunt geen
afdrukmarkering
weergeven.
•
U kunt geen afdrukmarkeringen aanbrengen op
bewegende beelden en tekstbeelden.
Commentaires sur ces manuels